Inzicht in kettingbreien: Technieken, innovaties en toepassingen

Oct 29, 2024 Bekeken 748

Overzicht van kettingbreien

Kettingbreien is een speciale techniek voor de productie van stoffen waarbij elke naald zijn eigen garen krijgt. In tegenstelling tot inslagbreien, waarbij de garens horizontaal lopen, worden bij kettingbreien de garens verticaal parallel gebreid. Deze methode wordt veel gebruikt voor het produceren van sterke, rekbare stoffen die geschikt zijn voor diverse toepassingen, waaronder sportkleding, lingerie, bekleding en technisch textiel.

Er zijn twee hoofdtypen kettingbreiwerk: raschel en tricot. Elk wordt gekenmerkt door unieke constructiemethoden, apparatuur en resulterende stofeigenschappen.

Raschel breien

Raschelbreien maakt gebruik van klinknaalden en produceert grovere stoffen met een meer open structuur. Bij dit type breiwerk worden meestal grovere garens en vaak ook stapelvezels gebruikt. De raschel breimachine werkt met naalden die binnen een stalen grondplaat bewegen die de tricotplaat wordt genoemd. De lussen worden gevormd op de naaldschacht en voorkomen dat ze omhoog bewegen door de neerwaartse trekkracht van de stof, geholpen door zinkers tussen de naalden. Geleidestangen vergemakkelijken het gareninvoerproces.

In de raschel breicyclus:

  1. Naalden beginnen op het laagste puntDe vorige lus wordt afgekant, terwijl een nieuwe lus wordt gevormd die de naaldhaaknaald met de stof verbindt.
  2. De naalden gaan omhoog, zodat de nieuwe lus onder de vergrendeling door kan.
  3. Geleidingsstaven slingeren door de naalden, waarbij de voorste staaf één naaldruimte opzij wordt bewogen om het garen op de haken te plaatsen.
  4. De naalden vallen dan, waardoor de nieuwe lussen vast komen te zitten terwijl de oude worden afgeworpen.

Raschelstoffen hebben vaak een meer open constructie en een grovere textuur dan andere kettingbreisels. Ze kunnen variëren van eenvoudige haakachtige patronen tot complexe kantachtige ontwerpen en zijn geschikt voor functionele en esthetische toepassingen.

Tricot breien

Tricot breien produceert voornamelijk fijne, lichtgewicht stoffen, die over het algemeen minder dan vier ons per vierkante meter wegen. Dit type kettingbreiwerk maakt gebruik van twee sets draden die fijne verticale ribben vormen aan de voorkant van de stof en horizontale ribben aan de achterkant. Het proces maakt gebruik van baardnaalden en is gericht op efficiëntie, waarbij de machines hoge productiesnelheden kunnen halen.

De tricot breicyclus omvat:

  1. Geleidestaven die garens op haken leggen.
  2. Naalden houden nieuwe lussen vast terwijl je de oude afgiet.
  3. Nauwkeurige controle over de zijwaartse beweging van de stang, mogelijk gemaakt door bedieningskettingen van duurzame metalen schakels.

Hoewel de meeste tricotmachines effen stoffen produceren met behulp van twee geleiders, is er een groeiende belangstelling voor patroonbreien. Patroontricotstoffen vereisen een geavanceerde laterale bewegingscontrole, waardoor diverse ontwerpmogelijkheden mogelijk zijn.

Speciale effecten in kettingbreiwerk

Vooruitgang op het gebied van kettingbreien heeft geleid tot technieken waarbij niet-gebreide draden worden gebruikt voor extra kleur, dichtheid en textuur - een proces dat inlegwerk wordt genoemd. Deze draden spelen een structurele rol in sommige stoffen, zoals te zien is in de "zigzagging over verschillende pilaren" techniek die gebruikelijk is in veel raschelstoffen. Deze methode creëert gehaakte kettingen (of "pilaren") die verbonden zijn door zigzag inlegwerk, wat stabiliteit en decoratieve elementen toevoegt aan de stof.

Een opmerkelijke innovatie is de Co-We-Nit kettingbreimachine, die de eigenschappen van geweven en gebreide stoffen combineert. Deze machines hebben slechts twee kettingvormende scheringdraden nodig en kunnen tot acht scheringdraden met elkaar verbinden, waardoor een stof ontstaat die er aan één kant uitziet als geweven textiel.

Andere verweven stoffen: Net- en kantproductie

Kettingbreien omvat ook de productie van kant en netten. De populariteit van handgemaakte kant dreef de ontwikkeling van kantmachines aan, wat leidde tot de uitvinding van de Heathcot, of klosmachine, die ingewikkelde kantpatronen zoals Brusselse kant nabootst.

Verschillende soorten machinaal gemaakte veters, vaak met geometrisch gevormde netten, worden nu geproduceerd met synthetische vezelgarens voor een grotere duurzaamheid en veelzijdigheid. Bijvoorbeeld:

  • Kloskant: Zeshoekige mazen, ideaal voor sluiers, gordijnen en applicaties.
  • Barmenkant: Bekend om zijn hoekige patronen en zware texturen, wordt het meestal gebruikt voor de productie van grove kant.
  • Leavers kant: Biedt een oneindige reeks patronen en gebruikt diverse garens, waardoor het geschikt is voor mode- en decortoepassingen.

Moderne toepassingen en innovaties

Vooruitgang op het gebied van synthetische vezels, met name lichtbestendig polyester, heeft producten zoals gordijnen met Nottingham-machines nieuw leven ingeblazen. Daarnaast hebben de sterkte en betaalbaarheid van synthetische vezels de beschikbaarheid van transparante veters en netten vergroot.

Het aanbod van kettingbreiwerk is niet langer beperkt tot traditionele textielproducten, maar omvat nu ook technische stoffen voor sportkleding, auto-interieurs en medisch textiel. De veelzijdigheid van kettingbreien maakt het een cruciale methode voor het ontwikkelen van innovatief, functioneel textiel in verschillende industrieën.

Conclusie

Bij kettingbreien gaat het niet alleen om het maken van duurzame, flexibele stoffen - het gaat om het samenvoegen van traditie en innovatie. Naarmate machines zich verder ontwikkelen en nieuwe vezels worden geïntroduceerd, blijft kettingbreien een vitale rol spelen in de textielindustrie, waarbij wordt voldaan aan esthetische en technische eisen. Als we de mechanismen, soorten en toepassingen begrijpen, kunnen we de invloed ervan op de moderne textielproductie waarderen.