De Afrikaanse textielindustrie wordt geschat op meer dan 31 miljard dollar en is een dynamische sector die diep verweven is met de geschiedenis, cultuur en economie van het continent. Het groeitraject, gedreven door de vraag van lokale en internationale markten, wordt onderstreept door landspecifieke bijdragen die zowel uitdagingen als kansen benadrukken.
Historische grondslagen: De erfenis van Afrikaans textiel
Het Afrikaanse textielerfgoed is eeuwenoud en wordt gekenmerkt door handgemaakte stoffen zoals Kente in Ghana, Aso Oke in Nigeria en Mudcloth in Mali. Deze traditionele stoffen drukken identiteit, cultuur en rijkdom uit. Zo was de Ghanese Kente bijvoorbeeld van oudsher voorbehouden aan royalty's en spirituele leiders.
Katoen werd een belangrijk exportartikel tijdens het koloniale tijdperk. Tegen de jaren 1960 produceerde Oeganda alleen al meer dan 400.000 ton katoen per jaar, wat meer dan 40% bijdroeg aan de exportinkomsten. Het grootste deel van deze katoen werd echter ruw geëxporteerd, waardoor lokale waardetoevoeging beperkt bleef.
Textielmarkt van Afrika: Belangrijkste statistieken
De Afrikaanse textiel- en kledingmarkt groeit met een samengesteld jaarlijks groeipercentage (CAGR) van 5%. De sector draagt ongeveer 1,2% bij aan het BBP van het continent en biedt werk aan meer dan 20 miljoen mensen, waarvan 8 miljoen alleen al in de katoenteelt. Hier zijn enkele belangrijke statistieken:
- Katoenproductie: Afrika produceert jaarlijks 1,8 miljoen ton katoen, goed voor 6% van de wereldwijde productie.
- Werkgelegenheid: De sector biedt werk aan 15% van de Afrikaanse productiearbeiders, met een hoge concentratie in landen als Ethiopië, Kenia en Lesotho.
- Export: De export van textiel en kleding wordt jaarlijks geschat op 9,4 miljard dollar en is gericht op markten als de EU, de VS en China.
- Invoer: Afrika importeert jaarlijks voor $16 miljard aan textiel en kleding, waarvan $3,5 miljard wordt besteed aan tweedehands kleding.
Land-specifieke bijdragen
West-Afrika
- Nigeria: Nigeria was ooit een textielcentrum met meer dan 175 fabrieken, maar heeft nu minder dan 20 actieve fabrieken als gevolg van stroomuitval en goedkope import. De regering heeft een heroplevingsfonds voor textiel opgezet ter waarde van 300 miljoen dollar om de binnenlandse productie te stimuleren en 100.000 banen te creëren.
- Ghana: De kledingindustrie in Ghana, met een waarde van $400 miljoen, voorziet in 70% van de lokale vraag. De industrie produceert levendige traditionele stoffen en onderzoekt milieuvriendelijke kleurstoffen om aan de wereldwijde duurzaamheidsnormen te voldoen.
- Burkina Faso: Burkina Faso is de grootste biologische katoenproducent van Afrika en verbouwt jaarlijks meer dan 800.000 ton katoen. 90% hiervan wordt echter rauw geëxporteerd, voornamelijk naar Azië.
Oost-Afrika
- Ethiopië: Met meer dan 4 miljard dollar aan directe buitenlandse investeringen (FDI) tussen 2010 en 2020 is Ethiopië een rijzende ster in de textielindustrie. Het Hawassa Industrial Park alleen al biedt werk aan 25.000 mensen en genereerde 165 miljoen dollar aan export in 2022. Het land streeft ernaar de textielexport tegen 2025 op te voeren tot 1 miljard dollar.
- Kenia: In 2021 bedroeg de Keniaanse export in het kader van de African Growth and Opportunity Act (AGOA) 440 miljoen dollar, goed voor 10% van de totale Afrikaanse kledingexport naar de VS. De exportgeoriënteerde industrie ondersteunt meer dan 50.000 banen in de textiel- en kledingindustrie.
- Tanzania: Met een overvloedige katoenproductie (345.000 ton per jaar) investeert Tanzania in textielverwerkingsfaciliteiten om de waarde lokaal te behouden. De Mwatex-fabriek bijvoorbeeld heeft 6.000 werknemers en produceert kleding voor de binnenlandse markt en de export.
Zuidelijk Afrika
- Zuid-Afrika: De Zuid-Afrikaanse textielindustrie, die een waarde van $1,6 miljard vertegenwoordigt, diversifieert zich naar technisch textiel, zoals stoffen voor de auto-industrie en medische toepassingen. De geïntegreerde textielstrategie van het land heeft als doel de bijdrage van de textielindustrie aan het BBP tegen 2030 met 30% te verhogen.
- Lesotho: Lesotho exporteerde in 2021 voor 850 miljoen dollar aan kleding, waarvan 80% naar de VS ging in het kader van AGOA. De industrie biedt werk aan 40.000 werknemers en is daarmee de grootste werkgever van het land.
- Zimbabwe: Ondanks de economische uitdagingen produceert Zimbabwe jaarlijks 100.000 ton katoen, waarmee 300.000 boeren worden ondersteund. De regering heeft 20 miljoen dollar uitgetrokken om de textielfabrieken nieuw leven in te blazen.
Uitdagingen in de textielindustrie
- Tweedehands kleding import: Meer dan 80% van de kleding die in Oost-Afrika wordt verkocht, is tweedehands, waardoor lokale fabrikanten worden onderboden. Rwanda, bijvoorbeeld, heeft in 2018 de import van tweedehands kleding verboden, maar dit leidde tot spanningen met de VS.
- Laagwaardige toevoeging: Hoewel er 1,8 miljoen ton katoen wordt geproduceerd, wordt minder dan 15% lokaal verwerkt, wat leidt tot aanzienlijke inkomstenderving.
- Infrastructurele tekorten: Textielfabrikanten in Nigeria verliezen jaarlijks 2 miljard dollar door een onregelmatige stroomvoorziening, terwijl slechte transportnetwerken de productiekosten in het hele continent opdrijven.
- Beperkte toegang tot financiering: Hoge rentetarieven (meer dan 20% in sommige landen) ontmoedigen investeringen in de modernisering van faciliteiten.
Kansen en groeifactoren
Afrika's biologische katoen uit regenwoud sluit aan bij de wereldwijde vraag naar duurzame producten. Oeganda is de grootste producent van biologisch katoen en exporteert jaarlijks meer dan 10.000 ton.
Initiatieven op het gebied van circulaire mode, zoals het upcyclen van tweedehands kleding in Ghana, creëren nieuwe inkomstenbronnen.
De Ethiopische regering heeft 13 industrieparken ontwikkeld met als doel de werkgelegenheid tegen 2025 te verhogen tot 200.000 en de export te stimuleren tot 1 miljard dollar per jaar.
Kenia's Export Processing Zones (EPZ's) bieden werk aan 54.000 werknemers en dragen 1,1 miljard dollar bij aan het BBP.
Verwacht wordt dat de Afrikaanse continentale vrijhandelszone (AfCFTA), die een markt van 1,4 miljard mensen omvat, de intra-Afrikaanse textielhandel tegen 2030 met 30% zal doen toenemen.
Regionale waardeketens, zoals katoen uit Mali dat in Ghana wordt verwerkt, worden ontwikkeld om de afhankelijkheid van externe markten te verminderen.
- Technologie en digitalisering:
Automatisering in kledingfabrieken heeft de productiviteit in Ethiopië met 40% verhoogd.
E-commerce platforms zoals Ananse Africa stellen ambachtslieden in staat om direct te exporteren, waardoor hun inkomen met 50% stijgt.
Toekomstprojecties
Tegen 2030 zal de Afrikaanse textielindustrie naar verwachting de volgende mijlpalen hebben bereikt:
- Marktwaarde: Stijging tot 80 miljard dollar, dankzij verstedelijking en een groeiende middenklasse.
- Katoenverwerking: De binnenlandse verwerking zal naar verwachting toenemen van 15% tot 30%, waardoor de economie jaarlijks met $10 miljard groeit.
- Groei export: De export van textiel en kleding zou met 50% kunnen toenemen tot 15 miljard dollar per jaar.
- Banen scheppen: Investeringen in de waardeketen en industrialisatie kunnen 5 miljoen extra banen opleveren.
Conclusie
De Afrikaanse textielindustrie is een belangrijke motor voor economische transformatie. Met zijn rijke hulpbronnen, groeiende bevolking en strategische initiatieven zoals de AfCFTA is het continent goed gepositioneerd om zijn potentieel te benutten. Om duurzame groei te bereiken, moeten we echter uitdagingen zoals infrastructuurtekorten, tweedehands import en laagwaardige toevoegingen aanpakken. Door regionale integratie, duurzaamheid en het gebruik van technologie te stimuleren, kan Afrika een betere toekomst voor zijn textielsector en zijn bevolking creëren.